Van kleins af aan was ik gefascineerd door de toen nog onbekende tekens die ik in boekjes tegenkwam. Ik
herinner me mijn 1ste badboekje ; waterbestendig, kleurrijk… Toen ik een peuter was, las mijn mama me vaak voor uit boeken. Oorspronkelijk
werden me Franse verhalen verteld en
voorgelezen. Naar een verhaal luisteren was voor mij het paradijs. Ik genoot van de gekke stemmetjes die de volwassen nabootsten toen ze me voorlazen. Er werden ook vaak liedjes gezongen.
Ook bij m’n grootouders werd er voorgelezen.
Daar genoot ik van de vele avonturen van ‘Babar de olifant’. In de kleuterschool ontdekte ik ‘Elmer’ en
‘Klein wit visje’. De kleuterjuffen
hadden heel veel toffe boeken in de klas. Elke vrijdag mochten we 1 boek uitkiezen voor het weekend. Mama, m’n zus en ik gingen erg vaak
naar de bibliotheek. Dat was altijd een
feest voor me. Ik vond er leuke boeken
over de thema’s uit de klas. als ik een boekje had gevonden las ik het al meteen in de bibliotheek. Voor het slapengaan
was er het ritueel van een verhaal voorlezen.
Vaak beluisterde ik verhalen over dieren of avonturiers. Verhalen over prinsesjes vond ik maar
niets. Natuurlijk kreeg ik ook de
klassieke sprookjes voorgeschoteld. ‘De
drie biggetjes’ en ‘Roodkapje’ waren mijn lievelingssprookjes. En toen leerde ik zelf lezen. Ik leerde om al die onbekende tekentjes te ontleden. Het begon met ‘maan-roos-vis’ ! Dat was een belangrijke periode in mijn
leven. Als gemotiveerde leerling oefende ik dan ook elke avond. Na enkele maanden kregen we een
boekenkoffertje mee naar huis. Zo kon ik
nog meer genieten van boekjes op maat geschreven. In de bibliotheek kozen we boekjes met het
gepaste Avi-leesniveau. Vanaf het 3de
leerjaar, maakte ik kennis met de fantastische avonturen van Geronimo
Stilton. Ik had bijna de volledige
collectie. Uren heb ik in deze avontuurlijke boeken gelezen. De tekeningen vond ik zalig,
de lettertypes te gek, de verhalen bijzonder spannend. In het 3de leerjaar maakte ik ook
mijn eerste boekpromotie : een boek van Stilton werd in het daglicht
gezet. In diezelfde periode ontdekte ik
boeken van Marc de Bel : ‘De Boeboeks’ waren guitige fantasiefiguurtjes die
telkens geweldige avonturen beleefden.
Jaarlijks was er een boekenbeurs op mijn school. Daar werden we lekker verwend door onze mama. Dat was leesplezier verzekerd. Regelmatig nam ik ook informatieve boeken mee
uit de bibliotheek. Boeken over
uitvindingen vond ik leerrijk, weetboeken over andere landen spraken me ook aan. Mijn papa reisde vaak naar het buitenland en
zo kon ik hem een beetje volgen via mijn boek.
Bij het verwerken van een boek, trachtte ik telkens origineel uit de hoek
te komen. Vanaf het 5de
leerjaar kreeg ik interesse voor de boeken uitgegeven bij het Lemniscaat. Ik
las ettelijke werken van Jan Terlouw, Thea Beckman, Anke de Vries of Evert
Hartman. Ik heb uren doorgebracht met
deze boeken. Ik was helemaal weg van deze verhalen. Ook de expressieve schrijfstijl van Roald
Dahl wist me te bezielen. Dit vond ik
ook bijzondere boeken boordevol fantasie
tot in het absurde toe !Ondertussen werd ik ook fan van F.C. de
Kampioenen. Geen hoogstaande lectuur,
maar lekker ontspannende stripverhalen. Toen
ik in het 4de leerjaar zat, gingen we met de klas op Striptoer door
Brussel. Een gids wijdde ons in, in de
wereld van Belgische strips. Zo leerde
ik ‘Kiekeboe’, ‘Bollie en Billie’, ‘Jommeke’ en ‘Nero’ kennen. ‘Suske en Wiske’ vond ik minder fijn om te
lezen. Franse boeken las ik tot nu toe
minder. Franse stripverhalen heb ik wel
al vaak gelezen. Zo heb ik een hele
collectie van ‘Cédric’ en ‘Les
Blondes’. Net voor ik naar de middelbare
school vertrok, kreeg ik mijn eerste boek van ‘Cherub’. Ook deze reeks kreeg mijn volle
aandacht. Dit waren boeken vol intriges en met veel spanning. Geruime tijd was mijn
lievelingsboek het boek ‘Lena’s lijstje’ van Francine Oomen. Dit was een boek dat allemaal situaties uit de pubertijd op een leuke manier had verwerkt. Het was boordevol
humor en herkenbare, realistische situaties.
Het heeft nog steeds een plekje op mijn boekenplank ! Naarmate ik ouder word, lees ik jammer genoeg
minder. Er is minder tijd om ‘gewoon’ te
lezen als ontspanning. Natuurlijk lees
ik bijna altijd met plezier de opgelegde schoolboeken. Het ene boek valt al beter in de smaak dan
het andere. Vorig schooljaar las ik voor
het eerste een Engels boek : Wonder. Dit was een super leeservaring. Het was een prachtig boek dat me heeft overtuigd meer Engelse boeken te lezen.Tijdens de zomermaanden tracht ik mijn
leesschade in te halen : dan lees ik verschillende boeken na elkaar. Ik vind
het jammer dat er minder tijd is om te lezen nu. Dankzij de opgelegde literatuur op school,
kom je wel in contact met verschillende boekgenres. Dat is natuurlijk leerrijk en we worden uitgedaagd
om er over na te denken. Vroeger was ik
vooral bezig met het verhaal op zich, nu analyseer je een boek anders. Lezen is voor mij synoniem van ontspanning,
ontdekken, zich inleven. Boeken zijn voor mij kunst. Ik vind het belangrijk dat je kunt nadenken over wat je net gelezen hebt. Daarom vind ik
het altijd leuker als ik zelf een boek kan kiezen. Momenteel zijn er 3 boeken die ik hoog in het
vaandel draag : ‘The Help’ van K.Stockett, ‘Post voor mevrouw Bromley’ van
St.Brijs en ‘The Fault In Our Stars’ van
J.Green. Ik betreur tenslotte nog het feit dat boeken kopen een dure
aangelegenheid is. Gelukkig hebben de
bibliotheken waar ik lid ben , een ruim aanbod.
Ik neem mijn hoed af voor die vele knappe schrijvers. Het is een gave een verhaal op papier te
zetten. Het is een kunst dat zelfde
verhaal goed te interpreteren. Lezen, ik vind het is een boeiende en leerrijke vaardigheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten