Gedicht 1 : “Als de liefde niet
bestond “
van Toon
Hermans
Als de liefde niet bestond
Zullen ze stilstaan, de rivieren
En de vogels en de dieren
Als de liefde niet bestond
Als de liefde niet bestond
Zou het strand de zee verlaten
Ze hebben niets meer te bepraten
Als de liefde niet bestond
Als de liefde niet bestond
Zou de maan niet langer lichten
Geen dichter zou meer dichten
Als de liefde niet bestond
Nergens zouden bloemen staan
En de aarde zou verkleuren
Overal gesloten deuren
En de klok zou niet meer slaan
Als de liefde niet bestond
Dan was de hele vrijerij bedorven
De wereld was gauw uitgestorven
Als de liefde niet bestond
Als de liefde niet bestond
Zou de zon niet langer stralen
De wind zou niet meer ademhalen
Als de liefde niet bestond
Geen appel zou meer rijpen
Zoals eens in het paradijs
Als wij elkaar niet meer begrijpen
Dan is de wereld koud als ijs
Zullen ze stilstaan, de rivieren
En de vogels en de dieren
Als de liefde niet bestond
Als de liefde niet bestond
Zou het strand de zee verlaten
Ze hebben niets meer te bepraten
Als de liefde niet bestond
Als de liefde niet bestond
Zou de maan niet langer lichten
Geen dichter zou meer dichten
Als de liefde niet bestond
Nergens zouden bloemen staan
En de aarde zou verkleuren
Overal gesloten deuren
En de klok zou niet meer slaan
Als de liefde niet bestond
Dan was de hele vrijerij bedorven
De wereld was gauw uitgestorven
Als de liefde niet bestond
Als de liefde niet bestond
Zou de zon niet langer stralen
De wind zou niet meer ademhalen
Als de liefde niet bestond
Geen appel zou meer rijpen
Zoals eens in het paradijs
Als wij elkaar niet meer begrijpen
Dan is de wereld koud als ijs
Ik zou sterven van de kou
En m'n adem zou bevriezen
Als ik je liefde zou verliezen
Er is geen liefde zonder jou
En m'n adem zou bevriezen
Als ik je liefde zou verliezen
Er is geen liefde zonder jou
INHOUD
Ik vind dit een prachtig gedicht met een heel belangrijke inhoud :
“liefde”. Het is een noodzakelijke
levensbehoefte. Toon Hermans schreef dit
gedicht in een heel duidelijke, begrijpbare taal. Hij heeft aandacht voor details, het is erg
beschrijvend. Je moet de tijd nemen om
dit gedicht aandachtig te lezen. Het
nodigt je uit om over het leven na te denken.
Woorden worden hier op een kunstzinnige wijze verwerkt tot een gedicht
met een grote sentimentele waarde. Op
een vrij eenvoudige wijze, wordt een inhoud met diepere betekenis in het
daglicht gezet. Dit gedicht is een voorbeeld van een kwantrijn. Hij associeert telkens elementen die een paar
vormen (bv. het strand en de zee), de natuur krijgt veel aandacht in dit
gedicht. De associatie is heel duidelijk
en goed gekozen. Uit het gedicht leidt men ook af dat Toon Hermans gelovig was
(verwijzing naar het ‘paradijs’). Het is een bijzonder mooie boodschap dat je
niet kan leven zonder liefde. Hij
verwoordt dat een afscheid met zijn grote liefde hem fataal zou zijn. Het is
erg ontroerend, gelijkaardige gedichten spreken me erg aan. Toon Hermans schrijft bepaalde woorden vaak
om ze sterker te doen opvallen en iets van hun betekenis te suggereren. Het onderwerp blijft beslist actueel. Het is
een belangrijk onderwerp in onze maatschappij.
Jammer dat sommige personen soms snel een relatie verbreken en het
gewoon opzij duwen. Hoe oprecht waren
hun gevoelens dan wel ?
VORM
Het gedicht telt 8 strofen. Ze worden telkens op dezelfde wijze
samengesteld. Elke strofe heeft 4
versregels en 2 rijmklanken. Je vindt een ABBA-rijmpatroon terug. Dit heet een omarmend rijm. De woordkeuze is niet moeilijk. Elke regel start met een hoofdletter. De titel maakt je onmiddellijk
nieuwsgierig. De regels tellen 5 of 6
woorden, met uitzondering van eentje (overal gesloten deuren).
FOTOKEUZE
Dit is een veelzeggende foto : liefde is een
feit dat wereldwijd aanwezig is. Deze
hand is beschreven in verschillende talen.
Liefde is toch universeel. Op
liefde staat geen leeftijd. Onbewust ben
je er elke dag mee bezig. We willen dat
er van ons gehouden wordt. Mensen willen
deze liefde voelen en zijn bereid er alles voor te doen. Zonder liefde voel je je futloos en slap
! Een leven zonder liefde is geen
leven. Dit vertelde het gedicht van Toon
Hermans ons ook .
-------------------------------------------------------
Gedicht 2 : “Eenzaam eendje”
Anonieme auteur
Een eenzaam eendje zat alleen in een boom.
Het eenzame eendje vond alleen zijn gewoon.
Nooit had het eendje een eendje gekend,
Dat in zijn eentje op een tak zitten ook was gewend.
Tot het eendje een eendje in zijn eentje ontmoette,
en het eendje het eendje in zijn eentje begroette.
Een enkel knuffeltje. Eentje, héél even.
En vanaf toen zijn de eendjes een tweetje gebleven.
Het eenzame eendje vond alleen zijn gewoon.
Nooit had het eendje een eendje gekend,
Dat in zijn eentje op een tak zitten ook was gewend.
Tot het eendje een eendje in zijn eentje ontmoette,
en het eendje het eendje in zijn eentje begroette.
Een enkel knuffeltje. Eentje, héél even.
En vanaf toen zijn de eendjes een tweetje gebleven.
VORM
Dit gedicht is in
kinderstijl geschreven. De woordkeuze is eenvoudig en concreet. Het is volledig in eindrijm geschreven. Er is
geen vaste regellengte. Het is één
strofe. Het vormt één geheel. De zinnen zijn kort en met woorden van twee
of drie lettergrepen genoteerd. Het
spreekt me aan omdat het eenvoudig is, het is best schattig en leuk omdat er vaak dezelfde klanken in voor
komen. In dit gedicht is de klank heel
belangrijk. Je mag het gedichtje niet te snel lezen, want
dan struikel je over de woorden. Ik vind
het een open
einde : de eenden zijn nu samen, wat er verder gebeurt, is een
raadsel. De auteur geeft de lezer ruimte
om zijn verbeelding te laten werken…
INHOUD
Als je het
gedicht even onder het vergrootglas legt, zie je dat er meer achter zit. Je kan
dit doortrekken naar de mens : de mens is niet gemaakt om alléén te
blijven. De mens heeft nood aan contact
met andere personen. Er wordt toch gezegd dat op elk potje een
dekseltje past. Dus ieder zal (hopelijk)
ooit een persoon ontmoeten en leren kennen waar hij zich veilig bij zal
voelen. Vriendschap groeit uit iets
kleins, wordt groot, prachtig en geeft
je vleugels.
FOTOKEUZE
Zelf ben ik een grote
eendjes-verzamelaar. Mijn verzameling is
best groot met ruim 50 kleurrijke, mooie en verschillende eenden. Ooit startte ik met één lief eendje. Vrij snel werden het er twee en zo bleef de
collectie zich maar verruimen. Toen ik
het gedicht voor het eerst las, sprak het me dadelijk aan. Ik koos een foto van
mijn eigen verzameling waar ik erg trots op ben. Mijn rubberen eentjes geven kleur aan mijn kamer . Ookal zijn ze nep , ze doen je lachen als je er naar kijkt.
Dit zijn mijn eendjes , zij zijn niet meer eenzaam ...
------------------------------------------------------
Gedicht 3 : « Belangrijk »
van Annie M.G.Schmidt
Het is maar goed dat we ons zelf belangrijk vinden.
Als het eens niet zo was, waar moest het dan wel heen!
Och och, we hoeven er geen doekjes om te winden:
dan stortte werkelijk de maatschappij ineen.
Als het eens niet zo was, waar moest het dan wel heen!
Och och, we hoeven er geen doekjes om te winden:
dan stortte werkelijk de maatschappij ineen.
Want stel u voor dat we onszelf ineens eens zagen
zoals de anderen ons zien. Hoe zou dat zijn?
Dat was afschuwelijk! Dat was niet om te dragen!
We wierpen ons waarschijnlijk voor de dieseltrein.
zoals de anderen ons zien. Hoe zou dat zijn?
Dat was afschuwelijk! Dat was niet om te dragen!
We wierpen ons waarschijnlijk voor de dieseltrein.
Ofwel, we zouden ons in ‘t kolenhok verschuilen.
Geen mens zou ooit nog meer geloven in zijn werk.
Meneer hiernaast zou in de gang gaan zitten huilen:
‘Ik ben een vlerk… ik ben een nietsnut en een vlerk…’
Geen mens zou ooit nog meer geloven in zijn werk.
Meneer hiernaast zou in de gang gaan zitten huilen:
‘Ik ben een vlerk… ik ben een nietsnut en een vlerk…’
En al de grote directeuren van bedrijven
gingen beschaamd en heel verdrietig naar hun bed;
ook de politici… ze zouden binnen blijven,
de ambtenaren kropen achter het buffet.
gingen beschaamd en heel verdrietig naar hun bed;
ook de politici… ze zouden binnen blijven,
de ambtenaren kropen achter het buffet.
Geen enk’le spreker zou nog één keer durven spreken,
geen enk’le chef zou ooit een chef meer durven zijn,
geen enk’le predikant zou ooit meer kunnen preken,
de boel lag stil, volledig stil op elk terrein.
geen enk’le chef zou ooit een chef meer durven zijn,
geen enk’le predikant zou ooit meer kunnen preken,
de boel lag stil, volledig stil op elk terrein.
Gelukkig zijn we niet op die manier ontluisterd.
Wat is het eigenlijk toch prachtig ingericht,
dat de natuur ons stuk voor stuk heeft
ingefluisterd:
vergeet het niet, je ben een mens van groot
gewicht.
Wat is het eigenlijk toch prachtig ingericht,
dat de natuur ons stuk voor stuk heeft
ingefluisterd:
vergeet het niet, je ben een mens van groot
gewicht.
INHOUD
Ik vind dat dit gedicht een bijzonder sterke boodschap
meedeelt. Elke persoon is uniek en
belangrijk. Op een verrassende wijze
beschreef A.M.G.Schmidt hoe mensen zijn, dat niemand belangrijker is dan een ander. Ieder
draagt zijn steentje bij. Vaak voelt men
zich minderwaardig tegenover een ander.
Die andere kan hetzelfde ook op een ander ogenblik ervaren. Dit gedicht moet je verschillende keren lezen
om het te begrijpen. Het gedicht zegt
ons iets wat juist is. De woordkeuze is
erg concreet. Het gedicht is een beetje
zoals een foto. Je kan je de beschreven
situaties voorstellen. Per strofe heb
je een betekenis inhoud. Dit gedicht werd geschreven voor een volwassen
publiek.
VORM
A.M.G.Schmidt gebruikt rijmparen die op een vaste
wijze herhaald worden. Er is een vast
rijmschema ABAB. Het werd in een klassieke typografie gedrukt. De regels zijn van gelijke lengte. Om het ritme te bevorderen, laat zij soms
letters weg, zodat het beter klinkt ( vb. geen enk’le). De zinsbouw is correct.
FOTOKEUZE
Dit ben ik op 5 jarige leeftijd. De wijzende vinger toont dat ik me belangrijk
vind. Als kind was dit misschien
eenvoudiger om in mezelf te geloven. Nu
twijfel ik wel meer of ik echt belangrijk ben.
Uiteraard beteken ik veel voor
andere mensen, maar soms vergeet ik het weleens. Gelukkig zijn er lieve mensen om me heen die hier over waken !
-----------------------------------
Gedicht 4 : Soms
van A. Soillie
Soms, dan heb ik
flink de pest in.
Zit het me opeens tot hier.
Loop ik heel de dag te balen,
vind ik iedereen een klier.
Zit het me opeens tot hier.
Loop ik heel de dag te balen,
vind ik iedereen een klier.
Op mijn kamer: uren
mokken,
de volumeknop op luid.
Dat er niemand vraagt: wat scheelt er,
maakt geen ene donder uit.
de volumeknop op luid.
Dat er niemand vraagt: wat scheelt er,
maakt geen ene donder uit.
Want dan ga ik
gillen, hoor je?
Gillen.
Als er iemand vraagt: waarom?
Blijf maar uit mijn buurt, want anders
moet ik janken, denk ik. Stom.
Gillen.
Als er iemand vraagt: waarom?
Blijf maar uit mijn buurt, want anders
moet ik janken, denk ik. Stom.
Inhoud
In dit gedicht kan ieder zich wel eens herkennen. Inderdaad : ‘Soms’ is alles je teveel. Er
zijn van die momenten dat alles je tegen zit. Dat je alles wilt opgeven. Alles en iedereen kunnen je dan gestolen
worden. Het gevoel van ‘mijn potje is
vol’ is niet leeftijd gebonden. Iedereen reageert op een andere wijze op dergelijke situatie. Soms wil je gewoon alleen zijn en heb je geen zin om erover te praten. Soms wil je
vluchten en je potje wenen. Verwoorden
wat er in je omgaat op sommige ogenblikken is erg moeilijk. Daarom geven mensen dan signalen zonder
woorden te gebruiken. Als je de titel
het eerst leest, kan je vele kanten op : het woord ‘Soms’ verklapt niet
onmiddellijk waarover de inhoud gaat.
Het geeft de kans om vooruit te denken.
In dit gedicht herken je ook het gevoel van boos zijn. Het geeft een beetje een bittere smaak aan het
gedichtje.
Vorm
A.Van Soillie schreef een gedicht in 3 stroofjes. Elke strofe bestaat uit 4 regels. Elke regel
start met een hoofdletter. Het gedicht
werd geschreven in gebroken rijm (ABCB). Het is een gemakkelijke
rijmsoort. De tweede en de vierde regel rijmen, de eerste
en de derde rijmen niet. Dit behoort tot
de meest toegepaste rijmschema’s. Het
gedicht is geschreven in de ik-persoon.
De dichter gebruikte vooral één en tweelettergrepige woorden om dit
gedicht te schrijven.
Fotokeuze
Op het eerste zicht is deze foto grappig. Maar je kan er dieper over nadenken en een
boodschap achter vinden. Deze vis is op
zoek naar iets ‘anders’. Deze vis heeft duidelijk nood aan meer ruimte om te
leven. Als ik de relatie doortrek naar
het gedicht, vind ik dat de foto hierbij kan geassocieerd worden. Als je het
even niet meer ziet zitten heb je nood aan ruimte om te ademen, om op adem te
komen. Dan wil je verandering. Breken
met wat was en het op een andere wijze opnieuw proberen. Een wolk symboliseert soms dat je boos
bent. In het gedicht worden ook
gevoelens geuit over boos zijn. In het
gedicht wil je alléén zijn. Deze vis is
ook alléén. De vis zet ook alléén de
stap om het elders te proberen. In het
gedicht wordt ook beschreven dat de persoon zelf een oplossing moet zoeken,
daar hij duidelijk geen hulp wenst van anderen.
-----------------------------------------
Gedicht 5 : Wolken
Hans Hagen
hoe kan het
dat de wolken blijven hangen
kun je ze niet vangen
met een hengel of een touw
zijn ze van watten
of van pluizen
zijn ze net zo hoog als huizen
hoe kan het
dat de wolken steeds weer komen
en weer gaan
hoe kan het
dat ze altijd verder zweven
dat er nooit eens één
een tijdje stil blijft staan
dat de wolken blijven hangen
kun je ze niet vangen
met een hengel of een touw
zijn ze van watten
of van pluizen
zijn ze net zo hoog als huizen
hoe kan het
dat de wolken steeds weer komen
en weer gaan
hoe kan het
dat ze altijd verder zweven
dat er nooit eens één
een tijdje stil blijft staan
Inhoud
Wolken fascineren me. Ik hou ervan om tijdens de zomer al liggend in het gras naar wolken te staren. Ze zijn uniek en steeds weer anders. Dat lees je ook in dit gedicht van Hans
Hagen. Op een duidelijke wijze vertelt
de auteur over de wolken. Hij maakt eenvoudige en realistische
vergelijkingen. Hij verwoordt de dingen
zodanig dat je ze makkelijk kan voorstellen.
Het gedicht is net een opsomming
van een reeks vragen. De lezer wordt uitgenodigd om mee na te denken over deze
bijzondere wolken. Hij schrijft in
eenvoudige woorden. Het is geen moeilijk
gedicht .De auteur schreef dit vooral voor een jonger publiek. Hans Hagen vertelt
over dingen die hij om zich heen ziet , maar wel op een bijzondere wijze. Dat is
zijn dichtersstijl. De dichter tracht op
een beeldende wijze dingen te verwoorden. Het is net een kort verhaal. Heel
veel mensen kijken vaak naar de lucht.
Daar ziet men weleens heel speciale wolken. Ieder gebruikt dan zijn fantasie om vormen te
onderscheiden in de lucht.
Vorm
Hans Hagen gebruikt geen hoofdletters noch
leestekens. De lengte van de versregel
is verschillend. Er zijn 14 regels die
geen vast stramien hebben. Het gedicht
bevat rijm (hangen en vangen – huizen en pluizen) maar niet altijd. Er worden woorden herhaald. De zinnen zijn kort. Er wordt een uitdrukking verwerkt in het
gedicht ‘…de wolken steeds weer komen en
weer gaan…. ‘
Fotokeuze
Er worden talloze foto’s getrokken van wolken. Hier lijken de wolken net een opstapeling van
watten. Wolken zijn steeds in
verandering. Ze krijgen moeilijke namen
zoals ‘stratus, cumulus of cirrus’. Hun
benaming hebben ze te danken aan hun vorm.
Aan de hand van hun uiterlijk kan je vaak het weer voorspellen. Toen ik nog klein was probeerde ik ook wolken te vangen :
op het strand met een visnetje trachtte ik een wolkje te vangen. Het is me uiteraard nooit gelukt. Maar het was steeds een leuke bezigheid om
achter de wolken aan te lopen. De wolken
waren inderdaad huizenhoog en zelfs hoger en zweefden rustig verder zonder
rekening te houden met m’n grote inspanningen om er toch één te kunnen vangen. Het
vangen van een wolken heb ik al lang opgegeven.
Maar het kijken naar wolken doe ik nog wel vaak. Wolken brengen me tot rust. Ze lijken wel op zorgenloze wezentjes die zich laten dragen door de wind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten